Aangetrokken door de welvaart verhuisden begin 17de eeuw trok Thomas Gaens uit Wellebosch samen met een heel aantal andere Wellenaren naar het verre Rotterdam. Daaronder families Driesmans en Schranden (Schraven). Het was een hele reis voor die tijd van om en bij de 180 kilometer. 

Rotterdam in het huidige Nederland beleefde in de 17de eeuw haar Gouden Eeuw en groeide van 1300 inwoners in 1600 uit naar een grote havenstad met 20000 inwoners in 1620. Op het einde van de 17de eeuw zou het inwonersaantal uitgroeien tot 50000.

Thomas Gaens nam zijn intrek in de Raamstraat in Rotterdam.

In tegenstelling tot onze streken kende men in dit deel van Nederland amper familienamen. De traditie daar was dat je steeds genoemd naar je vader. Thomas Gaens werd dan ook Thomas Pietersz.

In 1627 treffen we voor het eerst Thomas Pieterss , jonggeselle van Luijck, aan in Rotterdam. Hij sluit er voor de notaris een arbeidsovereenkomst af met Jacob van Belle, een hoedenmaker, om gedurende 3 jaar hem in de leer te gaan.

Er was volop werk in de Gouden Eeuw voor hoedenmakers, hoedenkramers en hoedenstoffeerders. Bijna iedereen droeg in die tijd wel een muts of een hoed. Niet alleen de dames droegen prachtige hoeden, ook de heren en zelfs jonge jongens waren van de mooiste hoeden voorzien. Uiteraard was aan het soort hoed goed de maatschappelijke status van de drager af te lezen. 

Wie was Thomas Gaens ?

Thomas Gaens werd rond 1600 geboren in Abswellen als zoon van Pieter Gaens en Anna Thomasdochter.

Hij had 2 broers, Pieter en Mattheus, en 3 zussen, Maria, Anna en Brigida.

Hij huwde in Rotterdam een eerste maal met Neeltgen Willems, weduwe van Abraham, die al 2 dochters, Sara en Ariantchen Abrahamsdr., had uit haar vorige huwelijk.

Na het overlijden van vrouw huwde hij een tweede maal in Rotterdam met Leijntien Dirx, dochter van Dirck Schraven of Schranden, ook afkomstig uit Wellen. Zij was de weduwe van Willem Driesmans en had een zoon Dirck Driesmans.

Tomas Pieters, man van Leijntje Dircx, overlijdt in Rotterdam op 4 juli 1647. 

Tomas Pietersz uit Welle, een dorp beneden Maastricht, huwde een eerste maal met Neeltgen Willems, die twee dochters had uit een vorig huwelijk. Zij stierf voor 1633 en Tomas beloofde voor de notaris om de helft van haar nalatenschap over te dragen aan haar beide dochters Sara en Ariantgen Abrahamsdr.

Op 4 januari 1634 hertrouwde Thomas Pietersen in Rotterdam met Leijntien Dirx, dochter van Dirck Schraven of Schranden. Zij was de weduwe van Willem Driesmans en had een zoon Dirck Driesmans. Leijntien woonde voor hun huwelijk in de evoystraat. Beiden en ook haar overleden man waren afkomstig van het land van Luijck.

De moeder van Tomas, Anneken Tomasdr., stierf al enkele jaren eerder. Zijn vader, Pieter Gaens, overleed rond 1634 in Wellerbosch. Via een notaris in Rotterdam machtigde Thomas op 8 januari 1635 zijn schoonbroer Dirk Schranden, die gehuwd was met zijn zus en Abswellen woonde, om namens hem aanwezig te zijn in het sterfhuis van zijn vader voor de verdeling van de erfenis. Dirk mag het aandeel (zesde deel) van Thomas ook verkopen. Thomas had dus nog 5 broers en zusters in leven..

Nog datzelfde jaar machtigde Thomas Pietersen Gijsbrecht Driesmans om om namens hem gelden te innen van Dirick Schranden, zijn zwager, die deze in zijn naam ontvangen had.

Tomas Pieters, de man van Leijntje Dircx, overleed in Rotterdam op 4 juli 1647.